Het model van Dilts en Bateson

Onderstaand model van Dilts en Bateson gaat er van uit dat een verandering in één laag veranderingen in andere lagen veroorzaakt. Des te hoger in het model wordt aangesloten tijdens een veranderingsproces, des te fundamenteler de verandering zal plaatsvinden. De kans op een succesvolle en blijvende verandering neemt daarmee sterk toe. De praktijk laat niet altijd toe dat op het hoogst mogelijke niveau wordt aangesloten, maar altijd zal worden geprobeerd zo hoog mogelijk te komen. Synaps hanteert dit principe bij veranderingsprocessen binnen een persoon, maar ook bij veranderingen in afdelingen en organisaties.

Dilts en Bateson

* Zingeving is het hoogste niveau van dit model, omgeving het laagste. Kernvragen die op deze niveaus worden gesteld zijn:

De verschillende lagen beïnvloeden elkaar. Zo hebben onze vooronderstellingen -over wat we feitelijk kunnen en niet kunnen- invloed op onze vaardigheden en ons gedrag. En omgekeerd. Veranderingen in de ene laag hebben invloed op de andere lagen. Zo kunnen mensen zich anders gaan gedragen wanneer de omgeving zich wijzigt en daardoor andere vaardigheden ontwikkelen, hetgeen weer van invloed kan zijn op hun vooronderstellingen. Het kan zo zijn dat een persoon niet in harmonie opereert met de omgeving waarin hij leeft of werkt. Problemen kunnen zich in elk van de niveaus voordoen. Zo kunnen gedragingen niet in overeenstemming (meer) zijn met een (veranderende) omgeving, maar het kan ook zijn dat iemands waarden niet langer corresponderen met de omgeving.

Interventies vinden plaats als er fricties ontstaan tussen de eigen waarneming en de waarneming van anderen. Volgens de 'wet van de elegantie' starten interventies op een zo laag mogelijk niveau. Interventies op het laagste niveau bestaan bijvoorbeeld uit het geven van tips omtrent andere gedragingen, uit het positief bekrachtigen van gewenst gedrag en uit het geven van feedback. Interventies op het niveau van capaciteiten kunnen bestaan uit het aanbieden van opleidingen en trainingen. Discrepanties op het niveau van identiteit en waarden, overtuigingen en normen zijn lastiger. Dit heeft te maken met het feit dat het niet eenvoudig is om met mensen aan de praat te raken over normen en waarden. Het vereist een sfeer van vertrouwen, veiligheid en zelfinzicht.